St. Hubertus Gilde bezoekt Caecilia

De laatste repetitie van Zangvereniging St. Caecilia voor de zomervakantie op 13 juli kreeg een plezierig tintje door een bezoek van een zware delegatie van Schutterij St. Hubertusgilde onder aanvoering van voorzitter Frans Muijrers, met artilleriesteun van hun kanonnier. Het doel van de schutterij was om Caecilia nader te laten kennismaken met enkele verenigingsiconen. Deze zijn voor Caecilia van bijzondere betekenis omdat de oudste stukken van vijftien jaar na de oprichting in 1856 verloren zijn gegaan door brand in het toenmalig verenigingslokaal in de Rosstraat. Muijrers vertelde aan de hand van een uitvoerig krantenverslag dat de schutterij in augustus 1857 deelnam aan een groot schuttersfeest met 35 verenigingen op kermismaandag te Sittard. De schutterijen van Grevenbicht en Gronsveld waren vergezeld van hun harmonie en die van Gulpen werd begeleid door het zangkoor aldus het verslag. Drie jaar later kreeg deze samenwerking een formele status want in officiële stukken van de schutterij staat het volgende:

'Den 17 den Juni 1860 is het zangers-genootschap St. Cecilia als lid aangenomen; zal de schutterij voortaan vergezellen en ontvangt van haar frcs. 25,- ondersteuning, ter "geheele voltoying van zijn drapeau"en betaalt zelf voortaan 25 cts. per man, de gewone jaarlijkse inlage. "Verder heeft de raad goedgevonden, aangezien het zangersgenootschap wenschte, tot nagedachtenis van opgenoemde gebeurtenis, een meer stevige en meer duurhafte zilvere plaat aan den vogel te hangen, aan de societé Ste Cecilia alhier de zilveren borstplaat no. 20, door den schutterskoning Russelar in 1808 gegeven, tot dit einde te schenken".

Het lidmaatschap van Caecilia had al in hetzelfde jaar 1860 tot plezierig gevolg dat Joseph Delahaije Koning van Gulpen kon worden en societeit St. Cecilia op zijn koningsplaat liet graveren. Voorheen immers konden alleen leden van de schutterij koning worden. Het is van belang dat Delahaije dit spoor heeft achtergelaten, want de koningsplaat uit 1808 die de schutterij aan Caecilia schonk is helaas ook bij de brand verloren gegaan. De schutterij bewaart het koningszilver zorgvuldig in haar kluis. Alvorens het relikwie uit 1860 daarin terug te plaatsen liet Muijrers dit bij Caecilia rondgaan.

Vorenstaand relaas wekt de indruk van een droog oudheidkundig verslag, maar wie de traditie van schutterij en zangvereniging een beetje kent vermoedt anders. Hubertus voorzitter Muijrers maakte op grond van de contributieverplichting door Caecilia anno 1860 de balans op en kwam volgens globale berekening op een navordering van rond negenhonderd euro. Op een suggestie van Muijrers tot verrekening in natura, bestelde Caecilia voorzitter John Prevoo alvast het eerste rondje op persoonlijke titel. In zijn weerwoord opperde Prevoo dat Caecilia sinds mensenheugenis geen uitnodiging voor het koningsschieten meer heeft gehad, wat hilariteit wekte De schutterij op haar beurt gaf wel gevolg aan het verzoek van Caecilia en Harmonie het Cour de Galouppe concert met zwaar geschut te openen. Een en ander onderstreept een uitstekende verstandhouding tussen de verenigingen. Tot slot van dit plezierig treffen zinspeelde Muijrers nog op een verzamelpunt van de historische vaandels . Het oudste vaandel van de schutterij is uit 1866 bevindt zich in het museum Steyl. De Caecilia vaandels staan in de Zwarte Ruiter. Een ´lang zal hij leven´ gold ter afronding Caecilia dirigent Paul Mestrom op zijn verjaardag.

Caecilia repeteert vast op maandagvond om 20.15 uur in Herberg De Zwarte Ruiter

Ga terug ...